Pico Viejo (3135m)
Pico Viejo (3135m)

Pico Viejo (3135m)

Ik kijk om me heen. Het pad is nauwelijks te onderscheiden van het landschap. De zinsnede uit het boekje weerklinkt wederom bij het voor de vijfde keer “verkeerd” lopen. “Lange, inspannende wandeling, die tredzekerheid en oriëntatie vermogen verlangt (het pad verloop is niet steeds eenduidig)” 

Van het niet eenduidige pad zijn, betekend in dit geval aan de verkeerde kant van een zowat onbegaanbare, superscherp, super broze en pikzwarte lavastroom (in brokstukken…) lopen die, als we deze volgen, ons alleen maar verder van het eindpunt brengt. Ook herhalen we naar elkaar, dat het wandelboekje (incl. GPX-bestanden) als uitgave jaar 2013 dateert. Wel de derde druk 2020, maar dat is alsnog 5 jaar geleden. In 5 jaar kan veel veranderen. Zeker in zo’n ruig landschap. 


Het is hier prachtig en de klim lang. Ook lopen we een aantal keren verkeerd om dan toch lavagesteente/puim in verschillende stadia van erosie (rots, steen, steentjes, zand, gruis, stof) te doorkruisen om de geruststellende bliepjes van de horloges te horen en “Op koers” te lezen. 

Er is hier niemand en geen aanwijzingen behalve de GPS op onze horloges die ons de weg kunnen wijzen. Eerder konden we andere wandelaars onderscheiden verder beneden (ander pad), als kleine bewegende poppetjes. Bijna net zoals we van hogerop de auto’s het lint van asfalt zien volgen. In de verte blijven we zowat de hele tijd de mirador/uitkijkpunt Narices del Teide zien waar we rond 10:15 vanochtend de auto parkeerden. 

Stoppen om te ademen (ijle lucht; we begonnen al op 2090 m en stijgen naar 3106 m), drinken en eten doen we op gevoel. Het bepaald het tempo, maar geeft de rust dat we de route zonder te veel ongemakken kunnen volbrengen. Ik heb altijd last van hoogteziekte. Rustig aan stijgen met voldoende diepe adempauzes helpt me de top te behalen. Het geeft ons ook voldoende momenten om vooruit te kijken (in ruim 6 km, 1100+ m klimmen) én achterom te kijken. Het landschap en de kleuren om ons heen hebben we zien doen veranderen van groen, grijs, zwart, naar warmere rood, roest, beige en pikzwarte tinten. Van ongeveer op wolkniveau zijn we naar ver boven de wolken gestegen. Op een gegeven moment voelt het alsof we op ooghoogte staan met La Gomera en het wolkendek om er later simpelweg op neer kijken. Het is heel bijzonder als we onderweg verschillende kraters zien. Uiteindelijk kijken we op drie punten de Pico Viejo krater in. Ook hebben we prachtig uitzicht op Pico del Teide en zien we sneeuw liggen. Het moment dat we écht, écht op het hoogste punt zijn voelt geweldig. Lacherig slaak ik een zucht. Onderweg zei Sjaak een paar keer “Dit is misschien wel de zwaarste wandeling die we ooit hebben gemaakt”. “Ja” dacht ik elke keer, “maar met voldoende tijd, proviand en water gaat het lukken”. Ik ken mezelf. Het is alsof wanneer ik uitspreek “Goh, wat is het heet/zwaar/vul-hier-iets-in” maak ik het mezelf alleen maar moeilijker. We waren voorbereid, ik had me erop ingesteld, het maakt niet uit hoelang het gaat duren; we doen dit. Uit voorzorg had ik mijn (“slechte”) linkerknie getaped met elastisch tape en Sjaak zijn linker Achillespees en kuit. Perfect experiment (experiment geslaagd, overigens; geen last!). 

De irritatie die je kunt voelen bij het verkeerd lopen probeer ik langs me heen te laten glijden; het maakt niet uit. De vergunningen zijn voor heel de dag en de zon gaat 19:15 onder. Ruim de tijd en voldoende brandstof in de rugzakken.


De lavastroom doorkruisen we toch, heel voorzichtig met het laatste greintje concentratie dat we na ruim 7 uur en 1189 hoogtemeters nog kunnen opbrengen. Val je hier, dan haal je je op allerlei manieren open. Mijn hand (kleine schram bij het opvangen van een val eerder met de afdaling) voel ik als stille waarschuwing. Zonder ons te bezeren komen we weer “Op koers” en lopen we verder op het “niet eenduidige” pad richting de parkeerplaats. 

Het is 18:40 als we de tassen af doen en met een grote voldane en vermoeide glimlach staan bij te komen. Onze kleding en wijzelf zijn voorzien van een laagje lavastof waardoor ik me net even een beetje meer voel toebehoren aan het nationale park. Alsof de stof die ik op mijn huid voel, de strepen zijn die ik moest verdienen om de volledige pracht en ruigheid daadwerkelijk te kunnen waarderen. Het gevoel doet me denken aan 5 jaar geleden, toen we vanaf de berghut Refugio Altavista nog vóór het ochtendgloren naar de top van de Pico del Teide klommen voor de zonsopgang (wel hoogteziek) om daarna urenlang af te dalen en o.a. Pico Viejo te zien. Toen wist ik zeker dat ik ook Pico Viejo wilde zien. Beklimmen, “even” in de krater kijken en afdalen. 

Naast onze auto heeft iemand een grote, professionele telescoop opgesteld. Nieuwsgierig, vraag ik waar hij naar kijkt. De zon misschien? (er bestaan telescopen waarmee je naar de zon kunt turen…) 

“No, Venus! But there is a cloud in front of it now”

De meneer in kwestie komt uit Hongarije, woont al 2 jaar op Tenerife en leeft van het organiseren van sterrenkijk-activiteiten. 

Hij vertelt vrolijk over Venus en zegt dat als we 10 minuten wachten de wolk waarschijnlijk weggedreven is en we door de telescoop mogen kijken. Als we willen mogen we óók nog aansluiten bij de groep van vanavond. Hier lachen we om en we vertellen waar we de dag aan hebben besteed. “Well, yeah, it’s a really tough hike!”

Hij wijst ons even later ook waar we Venus aan de hemel met het blote oog kunnen zien. 

“When you see it, you cannot unsee it” en we blijven de planeet zien, ook als we gedag zeggen en een plaatsje zoeken om de zon onder te zien gaan. 


Dit stukje hoort bij de reis naar Tenerife (maart 2025) toen we het geluk hadden om op een tropisch eiland te genieten van heerlijk lente/zomerweer.

Alle avonturen, bijzondere momenten en overpeinzingen zijn terug te lezen op Polarsteps: https://www.polarsteps.com/TheWritingRambler

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *