Picos típicos
Picos típicos

Picos típicos

Typisch Picos. In de ochtend vaak droog, tot het middaguur, en dan in de namiddag  regen. Twee jaar geleden waren we al in dit gebied, rond dezelfde tijd (ook mei). Het was de vuurdoop voor het bussie; de eerste echte lange trip ver weg. Met twee weken tijd in de agenda hadden we één specifiek gebied voor ogen om te ontdekken: Parque Nacional de Los Picos de Europa. De naam had iets mythisch over zich en het feit dat zeelui vroeger de Picos gebruikten als baken/indicatie van navigatie was nét zo’n feitje waar mijn hart sneller van gaat kloppen. “Fascinerende ruige geografie” en “alom aanwezige stilte in de bergen en dalen alleen onderbroken door het geluid van koebellen” waren de kers op de taart (m’n 30e verjaardag vierden we in de Picos, volgens mij had ik toen ook een letterlijke kers op de taart).

Het ritme van het microklimaat in dit gebied leerden we al gauw genoeg kennen: door locals (camping) en zelf ondervonden. De wandelgids die we hiervoor hadden aangeschaft had ook een uitgebreid kopje over het weer. Het kwam er een beetje op neer “hope for the best, plan for the worst”, weet op tijd terug te keren als het weer dermate plotseling omslaat (let op veranderingen in het weerbeeld) en een kaart is handig als je je opeens in een mistbank bevindt (en wachten tot het opklaart is óók vaak mogelijk).

Toen we ruim drie weken geleden van huis vertrokken, had ik het wandelboekje en de kaart in m’n handen. Toch maar mee, want je weet het maar nooit. Het ruige gebied (en de noord kust) had toen al m’n hart gestolen en lonkte met zoveel tijd in het verschiet wederom. Eergisteren kwam het wandelboekje uit de tas. Op zoek naar een wandeling die we nog graag wilden doen. Een route die als “topwandeling” was aangemerkt, Lagos de Covadonga, lag enigszins op de route richting het noorden. Wel stond er dat de bergweg op bepaalde data in het jaar (feestdagen, semana santa, alle weekenden in mei en oktober, de gehele periode juni tot eind september) niet toegankelijk is voor personenauto’s en je gebruik moet maken van het openbaar vervoer óf een taxi. Zo populair is deze “topwandeling”. Gelukkig is het maandag. Wij zijn niet de enige die dat denken, maar echt druk is het niet.

Het bussie kruipt omhoog op de kronkelende weg en zodra we uit de bossage zijn, worden we getrakteerd op woeste vergezichten van grijswitte kalkstenen toppen. Er hangen voldoende wolken om te weten hoe laat het is. Toch rijden we door en beginnen we, na even gewacht te hebben tot de ergste bui gevallen was, uiteindelijk aan de wandeling. De meren bevinden zich op een hoogte van 1000 meter en we zijn omringd door reuzen. Die dichterbij kunnen we goed zien. Als het opklaart zien we opeens veel meer; witte toppen verderop. Sneeuw. Op het pad worden we eraan herinnerd dat we de plek delen met nieuwsgierige grazers. Met de bel om de nek lopen ze vrij rond (zelfs op de weg zoals we later zien). Het spiegelgladde meer, het geklingel, het uitgestrekte, de Picos om ons heen, het wolkenspel, licht en donker, de wind en kadans waar mijn adem op synchroniseert is rustgevend.
Betoverd door de bergen vult mijn hart zich met een soort diepgaand begrip van hoe we onderdeel zijn van óók dit (en de natuur thuis). Wij zijn van en onderhevig aan de natuur; we staan er niet boven als mens. De tekst van Pedro Pidal wat buiten het bezoekerscentrum hangt, wat we lazen al wachtend op de bui, weerklinkt in mijn gedachten.

De hele uitgezette wandeling doen we niet, maar dat geeft niet. Vandaag hebben we weer honderden kilometers gereden en gaan we nog op zoek naar een camping. We zetten koers naar de kust, die hemelsbreed niet ver weg is. Het is echter een kronkelweg.


Dit stukje hoort bij de reis door Spanje met ons volkswagen camperbusje, voorjaar 2024, toen we de luxe van een maand tijd hadden.

Alle avonturen, bijzondere momenten en overpeinzingen zijn terug te lezen op Polarsteps: https://www.polarsteps.com/TheWritingRambler

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *