Elk ritje, lang of kort, in het bussie brengt weer iets naar boven. Vaak is het een herinnering. Dit jaar wordt ons derde bussie seizoen en we kunnen niet wachten! Ik rijd iets te hard over een hobbel in het wegdek en daar is er al een; een herinnering aan die ene keer toen …
Er is er altijd wel één bij een langere bustrip; een camping waarvan we ons afvragen of we ‘m halen. Dit was er ook zo een.
Natuurcamping Terra del Congost; Prachtig gelegen, gegarandeerde zonsondergang met uitzicht op de kloof ‘Congost de Mont-rebei’, maar bij de weg ernaartoe zetten we onze vraagtekens.
Gehobbel-de-bobbel en voornamelijk omhoog over een weg met alleen maar kuilen, gaten. We zien de toeren oplopen, maar in geen mogelijkheid zetten we ‘m in z’n twee. Perfect voor een 4 x 4. De weg (als je het al zo zou kunnen noemen) is smal, dus geen weg terug. Komen we een tegenligger tegen, dan hebben we een probleem; achteruit op deze weg zien we al helemaal niet zitten. Deze zullen we moeten uitrijden met angst voor een verbogen chassis(?), ontwrichte banden of tja. Het voelt als een eng ritje in een te trage achtbaan waar je zelf achter het stuur zit. De schokbrekers hebben het flink te verduren.
Ons trouwe bussie bleek gelukkig uit goed hout te zijn gesneden, of van sterker staal gevormd dan gedacht en kwam natuurlijk heel aan. Wel gecoat met een hele nieuwe stoflaag.
Onderweg op een minimale verbreding kwamen we de eigenaresse tegen met de auto (ja, een terreinwagen) gevaarlijk schuin in de berm geparkeerd. “Drive on up! I’ll be right behind you” zegt de vrouw in wat op een Amerikaans accent lijkt. We twijfelen er niet aan dat ze ‘Right behind us’ is; we kachelen behoedzaam verder terwijl we na een minuut haar auto in hogere vaart achter ons verschijnt.
Terwijl we verhit en wat duizelig uit ons bussie klimmen en wat nerveus en verdwaasd naar elkaar lachen, loopt de eigenaresse naar ons toe en leidt de weg naar het kleine kantoortje, dienstdoenend als receptie en mini shop met wat verse groente en conserven.
“Ja, de weg hier naartoe, met de andere bewoners aan deze weg hebben we al meerdere malen de gemeente aangeschreven om de weg op te knappen maar het gebeurd al jaren niet. We storten nu zelf maar wat puin in de gaten.. “
Ze is blij met onze komst en verteld over de camping, de voorzieningen, maar ook, als we onze nieuwsgierigheid uiten, haar verhaal, haar “multi-year-plan”. Hartelijk en met aandacht.
We zijn zowat alleen op de camping, iets wat we deze trip wel meer hebben meegemaakt (laag seizoen/voorseizoen/nog-niet-echt-begonnen seizoen) dus hebben we flink keus in plekken. Ze raad er eentje met klem aan; een ruime plek, een stukje verder omhoog rijden waar je je als ” King of the Mountain” waant. Niets is minder waar. Deze plek; wonderlijk uitzicht op natuurschoon.
En hier wilden we aanvankelijk twee nachten doorbrengen omdat het dichtbij de kloof is. Dichtbij in kilometers is verraderlijk en verwaarloosbaar; het is namelijk nu weer helemaal omlaag om weer een heel stuk omhoog te rijden, hopelijk over beter terrein. Wel zien we de kloof vanaf deze plek goed en groeit ons enthousiasme voor de wandeling van morgen.
Maar twee nachten op deze natuur-back-to-basic camping betekend totaal 4 x de bus blootstellen aan een hels wegdek waarbij we krampachtig het stuur met klamme handen vastgrijpen terwijl we met angstzweet op ons rug manoeuvreren.
Het is hier prachtig, stil van menselijk ruis maar vol van natuur, puur. We koken simpel en laten de rust ons inhalen terwijl we de zon toelaten.
Als de avond valt, na de zon zacht knipoogde achter het gebergte en de kloof waar we de volgende dag gaan wandelen, genieten we van een strakke hemel vol met sterren. Hier is het écht donker. We besluiten te genieten van nu. Wat morgen brengt; dat is morgen. Dan kiezen we.




En de wandeling in Congost de Mont-rebei? Die was prachtig. Lees hier verder: https://thewritingrambler.nl/congost-de-mont-rebei-de-kloof-in/